Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Russia

Down Icon

De toezichthouder gaat de procedure voor het verlenen van medische zorg bij kinderchirurgie wijzigen.

De toezichthouder gaat de procedure voor het verlenen van medische zorg bij kinderchirurgie wijzigen.

De eerste groep omvat primair gespecialiseerde zorginstellingen met een kinderchirurgische praktijk. De tweede groep omvat, volgens het ontwerp, instellingen met een afdeling kinderchirurgie en een dagkliniek, evenals een anesthesiologie- en intensivecareafdeling, een afdeling of kamer voor functionele en echografische diagnostiek, röntgen- en endoscopiekamers en een klinisch diagnostisch laboratorium. Daarnaast moet de instelling consulten kunnen uitvoeren met behulp van telegeneeskundetechnologieën.

Het derde type medische organisaties is onderverdeeld in groep A en B. Groep A omvat instellingen met een afdeling kinderchirurgie en een dagkliniek, een anesthesiologie- en intensivecarecentrum, een afdeling functionele en echografische diagnostiek, endoscopische en röntgenafdelingen, een klinisch diagnostisch laboratorium (niveau 2 en 3) en de mogelijkheid om consulten te houden met behulp van telegeneeskunde. De oprichting van een regionaal consultatief en diagnostisch centrum wordt eveneens overwogen.

Volgens het ontwerp vallen instellingen in Groep B onder de jurisdictie van federale uitvoerende organen. Naast de faciliteiten die in Groep A zijn gespecificeerd, moeten ze medisch-genetische consulten, een microbiologisch laboratorium, een simulatietrainingscentrum en de mogelijkheid bieden om consulten te houden met behulp van telegeneeskundetechnologie.

Alle medische instellingen in de derde groep zijn verplicht een anesthesiologie- en reanimatiecentrum in te richten. Dit centrum omvat onder andere een of meer mobiele teams.

Het document voegt primaire zorg voor kinderen in afgelegen gemeenschappen toe via mobiele teams. In instellingen die gespecialiseerde, hightech zorg bieden, moeten het medisch onderzoek en behandelplan niet alleen door een kinderchirurg worden bepaald, maar ook door een panel van artsen en andere specialisten.

Ook de sectie spoedeisende hulp, inclusief gespecialiseerde zorg, is uitgebreid. De noodzaak om een ​​kind te evacueren naar een medische instelling van groep A dient te worden bepaald in overleg met het hoofd van de afdeling kinderchirurgie en de anesthesioloog/reanimatiearts van het betreffende centrum, onder meer door middel van telegeneeskunde. Vervolgens wordt rekening gehouden met de ernst van de aandoening van het kind en de diagnostische en behandelmogelijkheden van de instelling waar het kind zich bevindt. Vervolgens wordt een traumahelikopter of medische evacuatie uitgevoerd. Indien er contra-indicaties zijn voor evacuatie, kan een mobiel anesthesiologie-/reanimatieteam met een kinderchirurg worden ingezet.

Het ontwerp bepaalt ook dat bij het verlenen van zorg buiten een kliniek die een spoedoperatie vereist en een levensbedreigende situatie, het kind wordt geëvacueerd naar de dichtstbijzijnde medische faciliteit met een anesthesiologie- en intensivecareafdeling, een operatiekamer, een röntgenafdeling of -kamer, een transfusiekamer en een klinisch diagnostisch laboratorium. Nadat de levensbedreigende aandoening is behandeld, moet het kind worden overgebracht naar een faciliteit met een kinderchirurgische afdeling.

Als een kind een aandoening heeft die gespecialiseerde zorg vereist op het gebied van bijvoorbeeld thoraxchirurgie, kinderoncologie, kinderurologie-andrologie of chirurgie (combustiologie), dan wordt de zorg volgens het concept verleend op de afdeling kinderchirurgie door specialisten in het betreffende vakgebied of kinderchirurgen. Verder stelt het document de noodzaak van een voorafgaand consult vast, inclusief het gebruik van telegeneeskunde. Dit gebeurt bij gebrek aan gespecialiseerde kinderafdelingen in de regio en indien evacuatie naar een gespecialiseerde afdeling niet mogelijk is vanwege de ernstige toestand van het kind of externe factoren.

Het ontwerp is aangevuld met een clausule over het leveren van gespecialiseerde hightech medische zorg aan pasgeborenen, inclusief pasgeborenen met aangeboren afwijkingen aan organen en systemen. Deze pasgeborenen zullen zorg ontvangen in medische instellingen van groep A en B met neonatale intensivecareafdelingen.

Er is een bepaling toegevoegd voor kinderen met chirurgische aandoeningen die ver verwijderd zijn van medische voorzieningen in groep A of in gemeenschappen met slechte vervoersverbindingen. In dergelijke gevallen wordt de benodigde zorg verleend door een chirurg. Een telemedicine consult met het hoofd van de afdeling kinderchirurgie en een anesthesioloog-reanimator wordt aanbevolen om de behandelstrategie te bepalen.

Als het moeilijk is een definitieve diagnose te stellen, wordt een consult met kinderchirurgen van een instelling in groep B aanbevolen. Er zijn specifieke wachttijden voor gespecialiseerde zorg: deze mogen niet langer zijn dan de tijdsbestekken die zijn vastgesteld in het door de staat gegarandeerde programma voor gratis medische zorg aan burgers. Na ontvangst van gespecialiseerde, hightech klinische zorg wordt een ontslagbrief opgesteld met de resultaten van het medisch onderzoek en de behandeling, aanbevelingen voor verdere behandeling en poliklinische follow-up.

In september 2025 actualiseerde het Ministerie van Volksgezondheid de Procedure voor het verlenen van medische zorg bij infectieziekten. Het nieuwe document verving de regelgeving die sinds 2012 van kracht was en houdt rekening met de specifieke kenmerken van de organisatie van medische processen tijdens de coronapandemie. Tot de vernieuwingen behoren de mogelijkheid om hightech zorg te verlenen aan patiënten met infectieziekten, de behandeling van patiënten in dagklinieken en het verminderen van het aantal verplichte functies op poliklinieken.

vademec

vademec

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow