De klinische richtlijnen voor amnestisch syndroom zijn goedgekeurd.

Volgens de definitie is het door alcoholgebruik veroorzaakte amnestisch syndroom (AC, F10.6) een stoornis die wordt gekenmerkt door een aanhoudende, vaak onomkeerbare aantasting van het kortetermijn- en/of langetermijngeheugen, die zich in grotere mate uit in het verlies van het vermogen om nieuwe dingen te onthouden en in mindere mate in een afname van het geheugen voor gebeurtenissen die aan de ziekte voorafgingen.
De etiologie is een tekort aan thiamine (vitamine B1) in het centrale zenuwstelsel. Traditioneel wordt aangenomen dat AS zich ontwikkelt na een ernstige alcoholpsychose. De toezichthouder noemt Finse statistieken als voorbeeld: van 1998 tot 2015 bedroeg de prevalentie van alcoholgerelateerde AS 3,7 gevallen per 100.000 inwoners bij mannen en 1,2 gevallen bij vrouwen. Het gestandaardiseerde sterftecijfer was 5,67 gevallen. Gegevens over de prevalentie van AS in de Russische bevolking zijn niet gepubliceerd, terwijl de totale incidentie van alcoholafhankelijkheidssyndroom in 2022 1,1 miljoen mensen bedroeg, wat overeenkomt met 802 gevallen per 100.000 inwoners, waarvan 35.400 patiënten (24,4 gevallen) een alcoholpsychose ondervonden.
Het ministerie van Volksgezondheid stelde in zijn document dat een psychiater gespecialiseerd in verslaving een diagnose kan stellen als de patiënt een verminderd geheugen heeft voor recente gebeurtenissen en een verminderd vermogen om zich eerdere ervaringen te herinneren. Deze diagnose dient gebaseerd te zijn op de afwezigheid van tekenen zoals aandachtstekort, perceptie-/denkstoornis of ernstige verstandelijke beperking (dementie), evenals op objectieve gegevens uit lichamelijk en neurologisch onderzoek en laboratoriumtests. Het is aan te raden om niet alleen van de patiënt, maar ook van zijn of haar familieleden een anamnese af te nemen.
De behandeling van het amnestisch syndroom vindt poliklinisch of klinisch plaats. Het Ministerie van Volksgezondheid merkt op dat er momenteel geen specifiek behandelprotocol bestaat. De primaire aanbeveling is alcoholonthouding, maar artsen schrijven desondanks een lijst met medicijnen voor om de cognitieve functie te stabiliseren of te verbeteren, waaronder memantine, thiamine en andere psychostimulantia en nootropica. Bij psychomotorische agitatie, agressie of gedragsstoornissen worden antipsychotica aanbevolen.
Bij milde gevallen adviseert het agentschap psychotherapie (motiverende gespreksvoering, cognitieve gedragstherapie). De behandeling wordt als effectief beschouwd als de psychofysische toestand van de patiënt stabiliseert en de incidentie van bijwerkingen vermindert. Deze bijwerkingen worden geregistreerd op basis van spontane patiëntrapporten, lichamelijk onderzoek, bloeddruk, pols en lichaamstemperatuur, evenals laboratorium- en instrumentele onderzoeken.
Revalidatiemaatregelen zijn gericht op het verbeteren van de cognitieve functies, het verhogen van de dagelijkse efficiëntie en het vergroten van de zelfstandigheid van de patiënt. Artsen adviseren alle patiënten cognitieve training (specifieke geheugentraining) te volgen.
De poliklinische observatie wordt uitgevoerd conform de Procedure voor poliklinische observatie van personen met psychische stoornissen en/of gedragsstoornissen die verband houden met het gebruik van psychoactieve middelen.
Deze procedure is opgenomen in Besluit nr. 1034n van het Ministerie van Volksgezondheid van 30 december 2015, als bijlage nr. 2. Een afzonderlijk document met dezelfde naam, waarin de monitoring van dergelijke patiënten wordt geregeld, kan op 1 september 2026 in werking treden . Volgens het ontwerp stelde het ministerie voor om vier monitoringsgroepen op te richten, waarvan er één bestemd is voor patiënten met psychische stoornissen die worden veroorzaakt door alcoholgebruik.
vademec