Tussen grootmoeders en kleinkinderen bestaat een bijzondere band, wetenschappelijk bewezen

Onderzoekers aan de Emory University in Georgia, VS, analyseerden met behulp van functionele MRI de hersenen van 50 grootmoeders die afbeeldingen te zien kregen van hun kleinkinderen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar.
Ter vergelijking werden er ook afbeeldingen getoond van kinderen die ze niet kenden, van een van hun kinderen die volwassen was geworden en van een onbekende volwassene.
Het resultaat: "Toen ze beelden van hun kleinkind zagen, voelden ze echt wat hij voelde. Als hij blijdschap uitdrukte, voelden zij blijdschap. Als hij verdriet uitdrukte, voelden zij verdriet", legde antropoloog en neurowetenschapper James Rilling uit, hoofdauteur van de studie. "Ze activeerden hersengebieden die betrokken zijn bij emotionele empathie, en andere bij beweging", legde hij uit.
Dezezelfde hersengebieden worden ook bij moeders geactiveerd, wat wordt geïnterpreteerd als een instinct dat hen ertoe aanzet om naar hun kind toe te gaan of met hem te communiceren.
Daarentegen was er bij grootmoeders die naar afbeeldingen van hun volwassen kinderen keken, sprake van een grotere activering van de gebieden die verband houden met cognitieve empathie – dat wil zeggen, het proberen te begrijpen wat iemand denkt of voelt en waarom, zonder dat er zoveel emotionele betrokkenheid ontstond.
Deze bevindingen kunnen deels te maken hebben met het schattige uiterlijk van de kinderen, een wetenschappelijk bekend fenomeen dat bij veel soorten voorkomt en een beschermende reactie oproept.
James Rilling, die al onderzoek naar vaders had gedaan, wilde zich op grootmoeders richten om een antropologische theorie te onderzoeken die bekendstaat als de 'grootmoederhypothese'.
Volgens haar heeft de evolutie ervoor gezorgd dat vrouwen lang leven, zelfs lang nadat ze zich niet meer kunnen voortplanten, zodat ze voor toekomstige generaties kunnen zorgen.
"Dit is de eerste keer dat we naar (dit aspect) van de hersenen van grootmoeders hebben gekeken", aldus de onderzoeker.
James Rilling vergeleek zijn resultaten met die van vaders en merkte op dat grootmoeders over het algemeen de gebieden die betrokken zijn bij emotionele empathie intenser activeerden. Maar dit is slechts een gemiddelde, dat per persoon kan verschillen.
SudOuest