Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Germany

Down Icon

Concizumab: nieuwe bloedingsprofylaxe voor hemofilie

Concizumab: nieuwe bloedingsprofylaxe voor hemofilie

Voor de behandeling van de erfelijke ziekte hemofilie worden meestal medicijnen gebruikt die de ontbrekende stollingsfactor vervangen. Patiënten ontwikkelen echter vaak antistoffen tegen deze stoffen, waardoor de therapie onwerkzaam kan worden. / © Getty Images/Alena Butusava

Voor de behandeling van de erfelijke ziekte hemofilie worden meestal medicijnen gebruikt die de ontbrekende stollingsfactor vervangen. Patiënten ontwikkelen echter vaak antistoffen tegen deze stoffen, waardoor de therapie onwerkzaam kan worden. / © Getty Images/Alena Butusava

De ontwikkeling van remmers is een ernstige complicatie bij de behandeling van hemofiliepatiënten. De resulterende remmers neutraliseren de preparaten met vervangende factoren, waardoor ze hun effectiviteit aanzienlijk verliezen of zelfs volledig ineffectief worden. Dit treft ongeveer 30 procent van de patiënten met ernstige hemofilie A en 1 tot 5 procent van de patiënten met ernstige hemofilie B. Immunotolerantietherapie probeert de remmers permanent uit te roeien. Dit is echter niet altijd succesvol, dus zijn er nieuwe benaderingen nodig voor de behandeling van hemofilie met remmers.

Concizumab is een antilichaam tegen de tissue factor pathway inhibitor (TFPI). TFPI remt de extrinsieke stollingscascade door de actieve plaats van factor Xa (FXa) te blokkeren. Door het remmende effect van TFPI op de bloedstolling om te keren, verhoogt concizumab de beschikbaarheid van vrije FXa. De verhoogde FXa-activiteit verlengt de activeringsfase van de stollingscascade en zorgt voor voldoende trombineproductie voor effectieve hemostase. Concizumab werkt onafhankelijk van factor VIII en factor IX, de factoren die respectievelijk ontbreken bij hemofilie A en B.

Concizumab (Alhemo®, Novo Nordisk) is goedgekeurd voor de routinematige profylaxe van bloedingen bij adolescenten en volwassenen van 12 jaar en ouder met hemofilie A of B en remmers. De behandeling dient te worden gestart zodra de patiënt bloedingsvrij is. Bovendien moet eerdere behandeling met bypassmedicatie worden gestaakt: rFVIIa ten minste 12 uur van tevoren en aPCC (geactiveerd protrombinecomplexconcentraat) ten minste 48 uur van tevoren.

Het antilichaam wordt eenmaal daags subcutaan geïnjecteerd. De aanbevolen dosering is een oplaaddosis van 1 mg/kg op de eerste dag, gevolgd door een initiële dagelijkse dosis van 0,2 mg/kg, gevolgd door een geïndividualiseerde dagelijkse onderhoudsdosis. Na vier weken behandeling wordt de dosis aangepast op basis van de concizumabconcentratie in het bloed.

Alhemo is een voorgevulde multidosispen die patiënten na training zelf kunnen injecteren. / © Novo Nordisk

Alhemo is een voorgevulde multidosispen die patiënten na training zelf kunnen injecteren. / © Novo Nordisk

Na de training kunnen patiënten zichzelf injecteren, bij voorkeur in de buik of dij. De injectieplaats moet dagelijks worden gewijzigd. Vóór het eerste gebruik moet Alhemo in de koelkast worden bewaard bij een temperatuur tussen 2 en 8 °C. Daarna kan de voorgevulde pen maximaal vier weken worden bewaard bij temperaturen tot 30 °C. Dit moet gebeuren met de dop op de pen om de oplossing tegen licht te beschermen, maar niet met de naald erop.

Concizumab dient ten minste vier dagen vóór een grote operatie te worden stopgezet. De behandeling kan 10 tot 14 dagen na de operatie worden hervat met dezelfde onderhoudsdosis, zonder een nieuwe oplaaddosis.

Allergische overgevoeligheidsreacties traden op in de eerste weken van de behandeling, waaronder ziekenhuisopname en definitieve stopzetting van de behandeling. Indien er overgevoeligheidsverschijnselen optreden, dient de patiënt het gebruik van Alhemo te staken en een arts te raadplegen.

Bij sommige patiënten is de ontwikkeling van neutraliserende antistoffen tegen concizumab waargenomen, maar dit leidt doorgaans niet tot verlies van werkzaamheid. Klinische tekenen van verlies van werkzaamheid kunnen een toename van doorbraakbloedingen zijn. Indien dit optreedt, dienen patiënten te worden geëvalueerd om de etiologie te beoordelen en andere therapeutische opties te overwegen.

Het risico op trombose kan toenemen bij gebruik van concizumab. Patiënten met coronaire hartziekte, veneuze of arteriële trombose, of patiënten met een acute, ernstige ziekte geassocieerd met verhoogde weefselfactorexpressie, lopen bijvoorbeeld een verhoogd risico. Bij verdenking op trombo-embolische voorvallen dient de behandeling met het antilichaam te worden gestaakt. Regelmatig en zorgvuldig moet worden beoordeeld of het potentiële voordeel van de behandeling met concizumab opweegt tegen het potentiële risico bij patiënten met een hoog risico op trombo-embolische voorvallen.

pharmazeutische-zeitung

pharmazeutische-zeitung

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow