Honger of zin om te eten: de hersenen zijn de baas

Maar de drang om te eten komt niet altijd voort uit de fysiologische behoefte om te eten om te kunnen functioneren. Soms wordt deze drang getriggerd door het verwachte plezier dat gepaard gaat met het eten van een bepaald voedingsmiddel. In dat geval gebeurt er iets anders in de hersenen. De signalen van de drang om te eten komen van het beloningscircuit, dat overeenkomt met zenuwverbindingen die twee kleine groepen specifieke neuronen in onze hersenen met elkaar verbinden.
Het is dan ook geen verrassing dat onze drang om te eten vaak uitmondt in vet en suiker. Wanneer we suiker of vet voedsel eten, komt er dopamine vrij in de hersenen, een chemische boodschapper die zorgt voor de verbinding tussen neuronen in het beloningscircuit. Dit wordt zelfs wel het plezierhormoon genoemd. De hersenen associëren dit voedsel vervolgens met plezier en ontwikkelen zo de drang om meer te eten.
Risico op overgewicht
Hoe meer vet of suikerrijk voedsel je eet, hoe meer je hersenen eraan wennen. Je moet dan meer eten om hetzelfde genot te ervaren. Dit kan leiden tot frequente trek, zelfs als je geen honger hebt. Dit kan uiteindelijk leiden tot overgewicht of zelfs obesitas.
Daarom is het belangrijk om een evenwichtig en gevarieerd dieet te volgen. Vooral vezelrijke voeding en eiwitten hebben veel minder effect op het beloningscircuit van de hersenen. Dit vermindert de behoefte om te eten wanneer je geen honger hebt.
SudOuest