Rapport 'Pesticiden en kinderen': meer inspecties, maar geen transparantie

Nieuwscentrum
Naar aanleiding van het rapport "Pesticides and Children" dat Greenpeace Turkije op 28 april publiceerde, kondigde het ministerie van Landbouw en Bosbouw aan dat het de pesticideninspecties had opgevoerd door "het rapport als een tip te accepteren". Het ministerie, dat de analyseresultaten echter nog steeds niet openbaar maakt omdat er "geen algemeen belang" is, is niet transparant. Greenpeace Turkije somde in vijf artikelen de redenen op waarom de analyses openbaar gemaakt zouden moeten worden, tegenover de vijf redenen die het ministerie zelf noemde.
Greenpeace Turkije roept het ministerie van Landbouw en Bosbouw op om analyses van pesticiden te delen in het kader van de campagne 'Don't Poison Now', die in oktober 2024 van start ging. Volgens het rapport 'Pesticides and Children', dat de resultaten bevat van analyses van pesticidenresiduen die in het kader van de campagne zijn uitgevoerd, blijkt 1 op de 3 geanalyseerde voedselproducten niet te voldoen aan de wetgeving.
Greenpeace Turkije deelde het rapport dat het opstelde als onderdeel van de campagne, die tot nu toe door meer dan 40.000 mensen is ondertekend, met het ministerie van Landbouw en Bosbouw. In zijn reactie aan Greenpeace erkende het ministerie de inhoud van het rapport als een "rapport" en stelde dat de inspecties waren geïntensiveerd. Directeur Berkan Özyer van Greenpeace Turkije noemde de verhoogde inspecties een belangrijke winst en herhaalde zijn eis dat de analyseresultaten zo snel mogelijk bekend zouden worden gemaakt.
Greenpeace Turkije zet ook de juridische procedure voort met het verzoek om openbaarmaking van pesticidenanalyses als onderdeel van de campagne. In haar verzoek om informatie aan het Ministerie van Landbouw en Bosbouw van 10 december 2024 verzocht Greenpeace om het Residu Actieplan dat was voorbereid voor implementatie tussen 2022 en 2025 en de gedetailleerde resultaten van 246.946 pesticideninspecties die naar verluidt tussen 2022 en 2024 waren uitgevoerd, te delen. Toen er binnen de wettelijke termijn geen reactie werd ontvangen, spande het een rechtszaak aan. Terwijl de rechtszaak liep, reageerde het ministerie op 12 maart 2025 op het verzoek om informatie en stelde dat 223 werkzame stoffen waren verboden, verschillende activiteiten werden uitgevoerd in het kader van duurzame landbouwpraktijken, het Residu Actieplan voor Pesticiden werd geïmplementeerd en inspecties werden uitgevoerd. Noch de analyseresultaten, noch het Residu Actieplan werden echter gedeeld met Greenpeace.
Op 28 maart 2025 diende het ministerie zijn verweer, inclusief het Residu Actieplan, in bij de rechtbank. Het ministerie voerde verschillende argumenten aan in zijn verweer, zoals dat "het delen van de resultaten van pesticidenanalyses met het publiek geen voordeel voor het publiek zal opleveren", en merkte tevens op dat openbaarmaking van de resultaten "negatieve gevolgen zou hebben voor de binnenlandse en buitenlandse handel". Greenpeace diende een nieuw verzoekschrift in bij de rechtbank met haar reacties op het verweer van het ministerie en verzocht om een hoorzitting.
WAAROM MOET DE ANALYSE VAN PESTICIDEN IN 5 ARTIKELEN WORDEN UITGELEGD?De reacties van Greenpeace Türkiye op de vijf argumenten die het ministerie in zijn verweerschrift naar voren heeft gebracht, luiden als volgt:
1. “Er is een resterend actieplan”
Het plan werd geüpload maanden nadat we om informatie hadden gevraagd en vlak voor de rechtszaak. Dit document schiet tekort qua planning, meting en evaluatietechnieken. De standaardinformatie in actieplannen is niet opgenomen in dit document, zelfs niet op minimaal niveau. Zo specificeert het plan weliswaar toepassingen in verschillende provincies en producten, maar het legt niet uit hoe deze producten en provincies zijn geselecteerd. De huidige gebruiksstatus en de te behalen doelen zijn eveneens niet opgenomen in het plan.
2. “Gegevens uit pesticidenanalyses kunnen niet worden gedeeld, aangezien het persoonsgegevens zijn in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens.”
We hebben in de aanvraag algemene en statistische informatie opgevraagd. Geen van deze gegevens bevat de identiteit van individuele producenten, percelen of bedrijven. Gegevens over bestrijding van bestrijdingsmiddelen worden verwerkt in het kader van de activiteiten van het Ministerie van Landbouw en Bosbouw, dat wettelijk is belast met de bescherming van de volksgezondheid. Er is geen wettelijke basis voor de claim inzake persoonsgegevens.
3. “Gegevens zijn een bedrijfsgeheim en kunnen niet worden gedeeld.”
De analyseresultaten van levensmiddelen waarop pesticideninspecties worden uitgevoerd, vormen geen "bedrijfsgeheim", maar "milieu-informatie" die moet worden beoordeeld in het kader van de openbare veiligheid en de bescherming van de volksgezondheid. Volgens de Milieuwet heeft iedereen recht op toegang tot milieu-informatie in het kader van de Wet op het recht op informatie.
4. “Ruwe data kunnen verkeerd worden geïnterpreteerd door niet-deskundigen.”
In een democratische rechtsstaat zijn overheidsinstellingen verplicht de informatie waarover zij beschikken niet te verbergen, maar deze begrijpelijk en toegankelijk te maken. De taak van de overheid is niet om de gegevens te verbergen, maar om deze, indien nodig, te presenteren met technische uitleg die de begrijpelijkheid ervan bevordert. De vrees dat de gegevens "verkeerd geïnterpreteerd" kunnen worden, kan geen legitieme rechtvaardiging vormen voor het beperken van het recht op toegang tot informatie. Integendeel, het delen van gegevens met het publiek bevordert het wetenschappelijk debat en het maatschappelijk bewustzijn, en stelt verschillende experts in staat verschillende perspectieven te presenteren.
5. “Er is geen enkel land dat de resultaten van pesticidenanalyses deelt.”
Landen zoals de Europese Unie, Duitsland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en de Turkse Republiek Noord-Cyprus publiceren regelmatig gegevens. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) publiceert jaarlijks uitgebreide rapporten waarin de gehaltes aan bestrijdingsmiddelenresiduen in levensmiddelen op de EU-markt worden beoordeeld. In Duitsland publiceert het Bundesamt für Consumentenbescherming und Lebensmittelschutz (BVL) jaarverslagen met de titel "Pesticide Residues in Food". De Zweedse Voedselautoriteit publiceert regelmatig analyses van bestrijdingsmiddelenresiduen van monsters die zijn genomen van verse, diepvries- en bewerkte levensmiddelen op de Zweedse markt. In het Verenigd Koninkrijk publiceert de Food Standards Agency (FSA) periodiek rapporten over het "Monitoring Program for Pesticide Residues in Food". In de Turkse Republiek Noord-Cyprus deelt het Ministerie van Landbouw en Natuurlijke Hulpbronnen regelmatig analyses van bestrijdingsmiddelenresiduen van levensmiddelen op haar website.
BirGün